Gebruik nooit een flitser om dieren te fotograferen. Er is een kans dat je ze daarmee verstoort, ook al zul je dat vaak niet eens aan hun gedrag merken. Zet de flits uit op automatische camera's.
Op zonnige dagen zorgt een polarisatiefilter voor meer tekening in de wolken.
Dit geldt ook voor een donker onderwerp in dat witte landschap of een donkere vogel tegen een lichtblauwe lucht. Overbelichten voorkomt dat je onderwerp er te donker uit komt.
Onderbelichten is noodzakelijk wanneer je een licht onderwerp fotografeert tegen een donkere achtergrond, bijvoorbeeld een witte stern tegen een donkere rots. Zonder onderbelichten zou de camera de vogel teveel belichten, dus compenseren door onder te belichten.
Of je moet over/onderbelichten, en hoeveel, hangt af van:
TIP :: Belichtingsvergrendeling
In plaats van over- of onder te belichten, kun je ook belichtingsvergrendeling gebruiken (alleen op professionele camera's). Je zoomt in op je onderwerp (isoleert het van de achtergrond), laat de camera de juiste belichting kiezen, die vergrendel je en vervolgens zoom je uit, bepaal je waar het onderwerp in beeld komt en druk je de foto af.
TIP :: Belichting achteraf corrigeren met RAW/NEF formaat
Het voordeel van het werken met het RAW/NEF-formaat op digitale camera's is dat de belichting iets kan worden bijgesteld voordat je de foto opslaat in het defintieve beeldformaat (JPG, TIFF). Andere opties zijn ook mogelijk in RAW. Werken met RAW is alleen mogelijk met digitale spiegelreflexcamera's.