Natuur

Het Beagle-Kanaal

Manenrobben (Patagonische zeeleeuwen) (Otaria flavescens). Zeeleeuwen zijn groter dan pelsrobben. Deze zeeleeuwensoort is de meest voorkomende rond de kustwateren van Argentinië en komt ook op de Falklands voor.


Twee spelende Patagonische zeeleeuwen.


Zeeleeuw-mannen verdedigen een klein territorium, zoals hier een deel van een rots in het Beagle-kanaal.


Een rots verderop zit vol met Koningsaalscholvers (Phalacrocorax albiventer). De scheingslijn tussen wit en zwart bij de snavelbasis loopt anders dan bij de gelijksoortige Antarctische aalscholvers.


Een klein aantal Magelhaenaalscholvers (Phalacrocorax magellanicus) broedt langs rotshellingen.


80 km ten westen van Ushuaia ligt langs het Beagle-kanaal de range Harberton. Hier is het Museo Acatushún gevestigd, een boeiend museum en studiecentrum over allerlei zeezoogdieren uit de wijde omgeving. Hier in de tuin liggen twee skeletten van baleinwalvissen.


Het museum is fraai ingericht met skeletten en muurtekeningen van robben, walvissen en dolfijnen, maar ook allerlei vogels.


Ergens onderweg tussen Ushuaia en Harberton staan deze bomen die door de wind één richting opgegroeid zijn.


De enige kolonie Magelhaenpinguïns (Spheniscus magellanicus) die er in het Beagle-Kanaal te vinden is, zit op Isla Martillo (hamer-eiland).


Een kuiken van een Chileense Grote Jager (Stercorarius chilensis) groeit op dichtbij de pinguïns.


Deze jonge Magelhaenpinguïn is bezig zijn donsveren in te ruilen voor een verenpak waarmee hij wel te water kan gaan om zelf voedsel te zoeken.


Een klein aantal Ezelspinguïns (Pygoscelis papua) broedt ook op Isla Martillo. Ezelspinguïnmannen hebben een langere snavel dan vrouwen, maar dit exemplaar lijkt wel een uitzonderlijk lange snavel te hebben.


Close-up van een volwassen Magelhaenpinguïn. De naakte huid op het voorhoofd is hier goed te zien en helpt bij het afvoeren van warmte. Maghelaanpinguïns zijn van oorsprong holenbroeders en zoeken altijd de schaduw op.


Een Magelhaenpinguïn-jong dat nog flink in de dons zit.


Omdat het windstil is zitten er veel Grauwe Pijlstormvogels (Puffinus griseus) op het water. Hun lange stijve vleugels zijn zeer geschikt voor het duiken naar vis. Ze vliegen op als onze boot nadert.


De Grauwe Pijlstormvogel (Pardela oscura in het Argentijns) vliegt in een rechte lijn vlak boven het water en wisselt continu een serie vleugelslagen af met glijvluchten. Kenmerkend in de vlucht is de zilverachtige ondervleugel die op deze foto goed te zien is.


Zwarte wolken geven de Chileense zuidkust van het Beagle-Kanaal een dramatisch effect.


Vorige reeks Volgende reeks

© LEXsample 2006