Natuur

Het Lemaire Channel en Petermann Island

Petermann Island ligt ver genoeg naar het zuiden om geschikt te zijn voor de Adeliepinguïn (Pygoscelis adeliae).


Een drietal Amerikanen doet hier onderzoek naar deze pinguïn. In tien jaar tijd is het aantal broedparen met maar liefst 50% afgenomen, van 800 naar 400 paar in 10 jaar, waarschijnlijk door een temperatuurstijging, die minder ijs, dus minder algen, dus minder krill, dus minder voedsel voor deze pinguïn veroorzaakt, of het voedsel te laat beschikbaar maakt.


Een jonge Adeliepinguïn. De onderzoekers hebben onderling een wedstrijd gehouden wie van hen het lelijkste pinguïnkuiken kan vinden...


Uitzicht vanaf Petermann. De twee lichtblauwe pieken links vormen de zuidelijke ingang van het Lemaire Channel.


Behalve Adeliepinguïns broeden op Petermann ook deze Ezelspinguïns.


En alweer, indrukwekkende ijspartijen...


Een groep Krabbeneters (Lobodon carcinophaga) rust uit op een ijsplateau.


En nog zo'n groep Krabbeneters, deze keer bij het Lemaire Channel (waar we er deze keer veel zien).


Close-up van een Krabbeneter. Nu zijn ook de lidtekens zichtbaar op rug en snuit, veroorzaakt door confrontaties met Orka's.


Een andere veel geziene bewoner van het Lemaire Channel: de dwergvinvis (Balaenoptera bonaerensis), de soort die rond Antarctica nog steeds bejaagd wordt door voornamelijk Japan.



Een Weddellzeehond (Leptonychotes weddellii) ligt te rusten op het rotsstrand van Petermann.


En ook op Petermann profiteren de Zuidpooljagers (Catharacta maccormicki) van de aanwezigheid van de pinguïnkolonies. Er zijn zelfs opmerkelijk veel jagers op Petermann.


Vorige reeks Terug naar index-pagina

© LEXsample 2006