De grutto (Limosa limosa) vormt het boegbeeld van de Nederlandse weidevogelbescherming. Pakweg de helft van de wereldwijde populatie broedt in Nederland, met zwaartepunten in West-Friesland en Noord-Holland. De jaren vijftig en zestig waren hoogtijdagen voor de weidevogels, maar door de verdwijning van graslanden (wegen, industrieterreinen) en de intensivering van de landbouw zijn er nu maximaal 50.000 broedparen, tegen 120.000 rond het midden vorige eeuw. |
In Purmerend coordineert de Vereniging Agrarisch Natuurbeheer (VAN) de weidevogelbescherming voor de regio Noord-Holland. Voorafgaand aan het veldwerk zijn er twee bijeenkomsten waar nieuwe vrijwilligers de theorie uitgelegd krijgen. Het aantal ouderen is opvallend, er zijn helaas weinig jongere mensen. Een derde bijeenkomst is informeler van aard, met lezingen over andere natuuronderwerpen. Deze wordt ook bijgewoond door de "oude rotten" en door deelnemende boeren. |
Nieuwe vrijwilligers worden ingedeeld bij ervaren nestinventariseerders die als coördinator fungeren. De coördinatoren ontvangen de inventarisatieboekjes en kaarten waarin de nesten opgetekend worden. |
De kievit (Vanellus vanellus) is de weidevogel die het eerste broedt. Het kievitsnest bestaat meestal uit vier, soms drie, lichtgekleurde eieren die donker gespikkeld zijn. Op onze eerste inventarisatieronden (in de landerijen nabij het gehucht Watergang) vinden we zo'n tien kievitsnesten. Het nest is niet klein, maar door de beschutte ligging en schutkleuren kijk je er gauw over heen. |
Elke week bezoeken we dezelfde percelen. De gevonden nesten worden ingetekend op een kaartje. Zo is het mogelijk het broedsucces bij te houden en weet de boer waar hij moet uitkijken tijdens het werken op het land of het laten grazen van het vee. |
Close-up opname van een nest kievitseieren. |
Veel van de kievitsnesten die we vinden, liggen in de nabijheid van een greppeltje. Later zullen tureluurs weer de nabijheid van de kieviten verkiezen vanwege hun waakzaamheid. |
We denken gangbare vogels als de kievit te kennen omdat we ze herkennen. Maar er is veel meer dan dat. Broedgedrag, verschillen in kleed, ecologie... Door het veldwerk word je gedwongen beter te kijken en luisteren.
Zo maakt de mannetjes-kievit op verschillende plekken een kuiltje in het gras die als proefnestjes fungeren en gekeurd worden door het vrouwtje. |
Nest nummer twaalf: twee kievitseieren met een afwijkende tekening. |