Begin al lang voordat je op reis gaat met de voorbereidingen, die variëren van nadenken over wat je wilt tot praktisch uitproberen. Leg je nadruk op het dierenleven, de plaatsen die je bezoekt, de schoonheid van het licht? Wil je na de reis beeldmateriaal voor het geven van een presentatie?
Wat kun je verwachten?
Lenticulaire wolken vallen je misschien niet op als je niet weet dat het fenomeen bestaat.
Lees je van te voor zoveel mogelijk in over welke plant- en diersoorten er waar voorkomen. Op deze website heb ik een serie naslagwerken en gidsen besproken die de moeite van het lezen waard zijn, en waaraan je alvast kunt beginnen. Zie hiervoor het menu (linkerzijde) Boeken over Antarctica.
Alle dieren vertonen een bepaald gedrag: het verdedigen van een territorium, het verwelkomen van een partner, het voeden van jongen. Ken je het gedrag dan kun je daarop anticiperen als je een foto wilt maken.
Wie zich vooraf geïnformeerd heeft ziet méér: lenticulaire wolken of de Antarctische Smelle (plantje) bijvoorbeeld zou je anders misschien niet zijn opgevallen. Onderweg is de natuurgids uiteraard een goede bron om te raadplegen.
Bestudeer het gebied of de routebeschrijving om een idee te krijgen van de plekken waarlangs je zult varen, waar je (waarschijnlijk) zult landen en zoek op wat er zoal te zien is, welke bijzonderheden de plek biedt. Hou er rekening mee dat een reisprogramma altijd kan wijzigen onder invloed van bijvoorbeeld het weer. Sommige dieren zijn gegarandeerd aanwezig (koloniebroeders), andere alleen met wat geluk (walvissen).
Wanneer ga je op reis?
Op het Antarctisch Schiereiland loopt het zomerseizoen van november tot en met maart. In deze beperkte tijd zoeken dieren een partner, paren ze, en brengen ze jongen groot. De tijd waarin je het gebied bezoekt, bepaalt daarmee wat je kunt zien en fotograferen:
Vroeg in het seizoen vind je pinguïns die een nest bouwen, of het ei bebroeden.
Rond februari zijn pinguïnkuikens verzamelt in zogenaamde creches en zijn veel oudervogels overdag afwezig om te foerageren.
Aan het eind van het seizoen zijn de pinguïnkolonies al aardig leeg omdat volgroeide jongen en ouders naar zee zijn getrokken. Deze periode is wel geschikter voor walviswaarnemingen.
Foto's van anderen
Laat je inspireren door Antarctica-foto's die door anderen zijn gemaakt (internet, boeken, lezingen) en besluit wat voor soort foto's je wilt maken. Je keuze bepaalt immers wat voor spullen je moet inpakken. Te denken valt aan:
Algemene reisfoto's van mede-passagiers, landingsplekken.
Panorama- en landschapsfotografie
Actie-foto's (bijv. vogels in vlucht, zwemmende dolfijnen)
Macro-opnamen (bijvoorbeeld van mossen, gemorste krill)
Heb je eenmaal een idee gevormd van wat je wilt fotograferen, dan is het tijd om te gaan testen of en hoe je dat kunt doen.
Ken -en test- alle apparatuur
Lees je handleiding(en) thuis een paar keer door en test de mogelijkheden ter plekke.
Ken (de mogelijkheden en beperkingen van) je apparatuur. Schaf je nieuwe fotospullen aan voor je reis, zorg dan altijd dat je deze van te voren test. Wil je onderweg actiefoto's van vogels maken, ga dan eens meeuwen in de buurt fotograferen, dan krijg je een idee van het resultaat dat je kunt verwachten.
Voorzie camera's, verrekijkers en opbergtasjes van riemen of andere mogelijkheden om ze vast te zetten en probeer dat thuis alvast uit. Je moet ervan uit gaan dat je tijdens landingen dikke kleding draagt (zeilpak) en een zwemvest (overtocht in zodiac). Neem je een rugzak mee tijdens de landing, dan moet hierin nog ruimte over zijn voor warmtedekentje (zogenaamde TPA) en wat noodvoorziening (snacks).
Test van te voor of alle kabels, koppelvoetjes (statief) passen, of het makkelijk los en vast te koppelen is (zit een lens bijvoorbeeld niet in de weg in combinatie met een bepaald statief?)
Laat alle accessoires thuis die je zeker niet nodig zult hebben.