LEXsample :: fototips voor Antarctica

Welke lens?

Deze pagina is alleen van toepassing op camera's die de met verwisselbare lenzen werken. Een zoomlens voorkomt dat je lenzen moet wisselen, waardoor stof in body of lens binnen kan komen. Vooral bij digitale camera's leiden stofdeeltjes op de beeldsensor tot storende vlokken in het digitale bestand, die vooral op lichte vlakken (blauwe lucht) erg hinderlijk zichtbaar zijn. Deze kun je overigens met een beeldbewerkingsprogramma zoals Photoshop wegwerken, maar voorkomen is altijd beter dan genezen.

Telelens

Gebruik een telelens, bv 70-200mm. Vaak lees je dat een telelens niet nodig is voor Antarctica, omdat je toch dichtbij de dieren kunt komen. Dat is inderdaad waar, maar afstand houden is altijd beter: Een tele-zoomlens met een bereik ergens tussen de 70-300mm is heel bruikbaar. Voor actiefoto's is dan een lichtsterke (f/2.8) lens geschikt, die snel reageert op de body's autofocus-signaal.

Het bijkomend voordeel van een lichtsterke lens is dat je een converter kunt gebruiken, waarmee je 1.4x of 2.0x dichterbij kunt komen zonder al te veel lichtinval te verliezen. Dit is een overweging waard als je wat schuwere vogels wilt fotograferen.

Groothoeklens

Een groothoeklens (in het bereik van 28-35 mm bijvoorbeeld) is zeker aan te bevelen. Niet alleen voor het fotograferen van de imposante landschappen, maar ook voor het nemen van foto's dichtbij, die een verrassend perspectief kunnen bieden.

Macrolens

Een macrolens kan zeker interessant zijn voor het fotograferen van kortmossen, maar het gebruik van een macrolens is verder enigszins beperkt - tenzij je je op macrowerk hebt toegelegd natuurlijk. In plaats van het meenemen van een macrolens kun je een tussenring gebruiken die tussen camera en lens geschroeft wordt en die je dichterbij het onderwerp laat komen.

Vorige pagina Volgende pagina

© LEXsample 2006