Natuur

Over de Drake Passage naar het Antarctisch Schiereiland

Peale's dolfijnen (Lagenorhynchus australis) begeleiden de boot.


De wenkbrauwalbatros (Thalassarche melanophrys) is de meeste voorkomende soort albatros.


De brede zwarte ondervleugelranden zijn kenmerkend voor de wenkbrauwalbatros.


De Antarctische prion (Pachyptila desolata) is een soort zwaluw van de Zuidelijke Oceaan: zeer snel en behendig.


Antarctische prions lijken op andere prion-soorten en op woelige zee zijn de grijze vogels lang niet altijd goed te zien.


Kaapse duiven (Daption capense) zijn tamelijk algemeen in deze regio. Het zijn overigens geen duiven maar stormvogels.


Een Wilsons stormvogeltje (Oceanites oceanicus) danst over het water.


Reuzenstormvogels zijn van de stormvogelfamilie (Procellariidae) de grootste vertegenwoordigers, met een spanwijdte van 150 à 210 cm en een gewicht van zo'n 5 kilo. Man en vrouw van zowel de Noordelijke als Zuidelijke reuzenstormvogel (Macronectes giganteus) vertonen een opmerkelijk verschil in voedingspatroon, dat het duidelijkst is tijdens het broedseizoen. Terwijl de meeste mannen van beide soorten dichtbij de broedplaats foerageren, maken de vrouwen lange voedseltochten die ver van het nest vandaan liggen.


Op het water dobberden onderweg deze Grijskopalbatrossen (Thalassarche chrysostoma) in de buurt van de boot. Je ziet niet vaak zoveel vogels bij elkaar.


Nog iets verder naar het zuiden verschijnen de eerste ijsbergen aan de horizon. Dit is een typische tafelijsberg, een afgebroken stuk plateau van een gletsjer.


De zuidelijke stormvogel (Fulmarus glacialoides) lijkt erg op de noordse variant.


Pas als je dichterbij bent zie je niet alleen de uitgestrektheid van de ijsbergen maar ook de hoogte, de patronen en de variatie in tinten blauw en wit in het ijs.


Land bij Antarctica, niet het continent zelf, maar de besneeuwde bergen van de Melchior eilanden.


Vorige reeks Volgende reeks

© LEXsample 2005